Mark Rutte Bevoogdt Tandartsen

Ik geef Mark Rutte het voordeel van de twijfel. Hier staat een politicus onder druk. Zijn hele liberale, gemoedelijke kijk op de wereld wordt bevroren door een virus dat zelfs kleiner is dan de kleinste virussen. In antwoord op een vraag of tandartsen hun praktijk konden openen, antwoordde Rutte neerbuigend dat tandartspraktijken altijd open mochten blijven en dat tandartsen zelf hadden besloten te sluiten.

De manier waarop hij op neerbuigende wijze afsloeg dat meer dan 90% van de Nederlandse tandartsen sinds 15 maart besloten heeft hun praktijk uitsluitend te openen voor spoedbehandeling van niet-geïnfecteerde patiënten, is niets anders dan een belediging voor ons vak. Rutte had gelijk toen hij zegde dat we het op ons hebben genomen om onze praktijken te sluiten. Dit was niet alleen uit solidariteit – we zijn hier allemaal samen in, en elk gebaar helpt – maar ook uit wijsheid gebaseerd op wetenschappelijke en medische kennis.

Het was een verstandige beslissing op twee punten. Ten eerste groeide de pandemie ten tijde van de sluiting exponentieel en nam het aantal besmette mensen dagelijks sterk toe. Als tandartspraktijken open hadden gebleven, was het alleen een kwestie van tijd voordat ergens in een tandheelkundig team, ergens in het land, een ​​infectie opliep en de geïnfecteerde gemiddeld drie anderen besmette. In de tandheelkundige setting is de kans op kruisbesmetting natuurlijk minimaal, zeker als het strikte infectiepreventieprotocol wordt gehanteerd. Maar dat is niet hetzelfde als zeggen dat de kans op infectie niet bestaat. We zijn allemaal mensen en er gebeuren ongelukken. Dus waarom dan een risico nemen?

Maar er is nog een reden waarom de tandartsen zich zo gedroegen. De pandemie van COVID-19 plaatst ons allemaal in uitzonderlijke omstandigheden die uitzonderlijke reacties vereisen. De schijnbare verrassing van Rutte dat de tandartspraktijken überhaupt gesloten zijn, is een teken dat er een deel van hem niet in het reine wil komen met het uitzonderlijkheid van de situatie, ondanks zijn pleidooi voor voorzichtigheid en geduld. Het is een reactie die vergelijkbaar is met de bevriezingsreactie die wordt waargenomen bij slachtoffers van verkrachting, van wie de psyche het gewoon niet mee kan waarmee is gebeurd. Zo sloot Rutte alleen scholen af, omdat de publieke opinie hem daarom vroeg. Rede zou zijn dat het in uitzonderlijke omstandigheden een uitzonderlijke, maar gerechtvaardigde maatregel is. Een overgedreven maatregel? Misschien. Een veilige maatregel? Jazeker. We moeten altijd aan de kant van de veiligheid spelen.

Het besef hoe dringend de situatie was, had al lang geleden moeten komen, zodra de eerste gevallen in China werden gemeld en, zeker, zodra er gevallen in Europa werden gemeld. In plaats daarvan was de zelfgenoegzaamheid van politici en besluitvormers die, op zich, niets anders dan een pandemie was. Het COVID-19-virus werd voor het eerst gezien als een virus dat alleen in China kon leven. Toen het in Europa verscheen, was de eerste reactie dat alles onder controle was en dat het in ieder geval gewoon een griep was. Nu worden we allemaal geconfronteerd met een pandemie die, of we het nu leuk vinden of niet, hier zal blijven. Het lukt ons misschien om het COVID-19-virus onder de knie te krijgen, maar we zullen er nooit vanaf komen.

Ik hoop dat de opmerking van Mark Rutte een vergissing of een verkeerde inschatting is. Eerlijk gezegd denk ik dat het niet van beide is. Het is het symptoom van een politicus wiens verantwoordelijkheid tegenover een natie hem is ontgroeid. Hij voelde zich ongemakkelijk tijdens de persconferentie en, eerlijk gezegd, wie kan hem de schuld geven. Hij moet niet alleen beslissen over het leven van miljoenen mensen, maar ook over hun manier van leven. In zekere zin wordt zijn ‘intelligente lockdown’ verschalkt door een stom virus waarvan het enige doel in het leven is zich te vermenigvuldigen.

Ondertussen doen tandartsen hun zaken anders. We stellen onze patiënten moeilijke vragen over hun gezondheid. We hebben een voorstelling van wat iemand zou kunnen hebben als hij / zij niest of hoest – en het maakt velen onrustig en maakt er zelfs een paar bang. We stellen persoonlijke vragen over met wie onze patiënten zijn geweest en wanneer. We vertellen hen dat we weten wat ze kunnen hebben gebaseerd op de mensen waarmee ze omgaan.

Als ik mijn eerste middag in de praktijk afsluit, is het waarschijnlijk niet toevallig dat ik, net voor de lockdown – zelf opgelegd zoals Rutte het zou willen – had geïnvesteerd in een nieuwe behandelstoel en een nieuwe vloerbedekking. Een nieuw begin, dacht ik, de laatste rit voordat ik wegzink in de anonimiteit van mijn pensioen, en eindelijk de tijd heb om te lezen en te schrijven.

Maar er klopte iets niet helemaal. Het was het geluid van de stem van mijn assistent die vragen stelde aan patiënten om de afspraak die ze al hadden te bevestigen. De Nederlanders noemen dat ‘Triage’. Een van de weinige Nederlandse woorden die ik moeiteloos kan uitspreken. Niet zo gek, want het is Frans zoals ik. In een medische context wordt het gedefinieerd als ‘het toekennen van een mate van spoed aan wonden of ziekten om de volgorde van behandeling van een groot aantal patiënten of slachtoffers te bepalen’. Voor ons betekent het gewoon of we het prettig en/of veilig vinden een ​​afspraak te maken met iemand die onze praktijk al meer dan twintig jaar bezoekt.

Er was ook nog iets anders. Een gewichtloos stuk plastic dat aan mijn neus hing. We zijn zo gewend chirurgische maskers en handschoenen te dragen dat het een tweede natuur is geworden. Maar dit was anders. Voor het eerst in mijn leven droeg ik en mijn assistente een gezichtsscherm. Zijn gewichtloosheid werd alleen geëvenaard door de omvang van zijn betekenis. Het beschermt degenen die ons vertrouwen en ons tegen degenen die we niet vertrouwen.

 

Geschreven als een derde taal geschreven moet. Mijn excuses voor taalfouten.